dinsdag 14 mei 2013

De arbeidsmarkt begrijpen helpt bij de zoektocht naar een nieuwe baan

Volgens Geert-Jan Waasdorp, oprichter en directeur van Intelligence Group, moeten we ons openstellen voor de kansen van de arbeidsmarkt. ‘Het is verrassend hoe slecht wij met zijn allen de arbeidsmarkt kennen, terwijl we er onderdeel van zijn.’

Op vrijdag 28 juni komt Geert-Jan Waasdorp naar PoldeJong&Partners om een workshop te geven aan loopbaanprofessionals en -coaches over de arbeidsmarkt anno 2013. Waasdorp betoogt dat binnen negen tot twaalf maanden iedereen courant te maken is, ook al betekent dat ‘harde herscholing, omscholing of bijscholing’. Reden genoeg om hem alvast aan de tand te voelen.

Wat zijn de grote knelpunten op de huidige arbeidsmarkt?
‘De grote tekorten van bepaalde skills en dat zijn met name technische, wiskundige en IT-skills. Daar is veel meer vraag naar dan aanbod. Het andere grote knelpunt is de groep mensen die geheel niet gewild is op de arbeidsmarkt. Dus dat zijn mensen die hun baan verliezen en geen nieuwe baan kunnen vinden, of die blijven zitten waar ze zitten om die reden. Werkgevers zitten dan dus met grote groepen mensen in hun organisatie die niet gaan bewegen en die niet courant zijn op de arbeidsmarkt, dus niet gewild zijn.’
 
Zie je mogelijkheden voor niet-courante werknemers?
‘De groep die niet courant is, is substantieel groter dan de groep die wel courant is. Mensen die niet courant zijn, moeten twee dingen doen – waarbij ‘moeten’ een warme edoch dringende aanbeveling is. Allereerst moeten ze weten van zichzelf of vaststellen dat ze niet-courant zijn. Dat kan tegenwoordig heel simpel via arbeidsmarktwaarde-online.nl.

Je kan op twee manieren aan je courantheid werken. Ten eerste is dat werken aan je arbeidsmarktbewustzijn. Het tweede gedeelte is dat iedereen binnen negen tot twaalf maanden courant te maken is, dat betekent vaak gewoon harde herscholing, omscholing of bijscholing. Als je wil, is iedereen binnen die termijn courant te maken.’

Dat klinkt optimistisch.
‘Het is vooral realistisch. Maar we zien dat de bereidheid tot om- of bijscholing er maar mondjesmaat is. Het gaat er vaak om: wie betaalt dat? De werkgever en de werknemer zijn vaak maar beperkt bereid om er geld in te steken.’

Ligt er niet een belangrijke taak bij het onderwijs, om vraag en aanbod op elkaar aan te laten sluiten?
‘Daar zijn ze nu weer mee bezig hè, met techniek op school. Dat vind ik een volledig heilloze missie. Je pakt dan een probleem aan met mensen die nog vier, vijf, zes jaar moeten studeren. Ik geloof zelfs dat 60 procent van de starters na het afstuderen begint met een functie die nog niet bestond toen ze gingen studeren. Daar kan je niet op plannen.’

Feller nu:

‘Wat nog veel raarder is: waarom moeten we ons concentreren op de jonge starters? Waarom doen we niks met de groep tussen 20 en 65 jaar? Daar zitten de werklozen, de mensen die willen. Ik snap daar helemaal niks van.

Elke euro die geïnvesteerd wordt in mensen op de arbeidsmarkt die zich willen omscholen in een bepaalde beroepsgroep levert vijf keer meer op dan elke euro die je investeert in onderwijsinstellingen om bepaalde beroepsgroepen aantrekkelijker te maken.’

Vrijdag 28 juni geef je een workshop in Groningen. Waarover gaat dat?
‘Ik ga niet vertellen dat het slecht gaat op de arbeidsmarkt, want dat weet iedereen al. Maar we gaan vooral kijken waar het goed gaat en waar het beter kan gaan. Ik ben een positief mens, dus ik wil graag bespreken: hoe kun je kansen vergroten, hoe kan het perspectief toenemen, hoe kunnen we mensen in beweging brengen?

En wat wil je dan het liefst overbrengen?
‘Mijn drive is vooral om mensen te overtuigen dat de werking van de arbeidsmarkt anders is dan wij veelal denken. Als je daarvoor openstaat dan heb je ook meer kansen om nieuw werk te vinden. Ik wil mensen echt oprecht anders laten zoeken naar een baan.’

Opgeven voor de workshop kan via dit formulier.

(Realisatie: SCHERP! media)